De gemeente Amsterdam onderzoekt of er windturbines gebouwd kunnen worden in het IJmeer. Dit is een internationaal beschermd natuurgebied omdat er belangrijke aantallen beschermde watervogels voorkomen. Voor vogels zijn windturbines levensgevaarlijk. Hun snel draaiende wieken zijn dodelijk, ook voor vleermuizen.
Evenwicht tussen stad en landschap.
Amsterdam is een unieke hoofdstad. De inwoners van de stad hebben direct toegang tot groene en open gebieden, zoals bij Gein, langs de Amstel, in Noord en bij het IJmeer. Zulke schaarse groene zones zijn belangrijk voor het welzijn van alle Amsterdammers. Maar zoals altijd is dit landschap uitzonderlijk kwetsbaar nabij stedelijk gebied. Er is politieke moed voor nodig om ze te beschermen.
In de toekomst zullen Amsterdam en Almere uitgroeien tot een dubbelstad met het IJmeer als centraal park. Mede in het kader hiervan zal Almere woonwijken in het IJmeer bouwen; daarvoor zijn bestaande windturbines afgebroken en verplaatst. De bouwplannen worden gecombineerd met verbetering van de natuurwaarde van het beschermde natuurgebied Markermeer-IJmeer. Aan de Amsterdamse kant van het IJmeer zal het natuurpark Buiteneiland worden gebouwd als laatste eiland van IJburg.
Zo kan er ondanks de bouw van nieuwe woonwijken een groot open landschap blijven bestaan tussen Almere en Amsterdam. Het wordt een divers natuurgebied, een unieke groene plek in een dichtbevolkte regio. Het is een keuze voor biodiversiteit en het welzijn van alle inwoners.
Zo’n keuze past bij een evenwichtige visie op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de regio waarin de zorg voor welzijn van bewoners samengaat met de bescherming van biodiversiteit, natuur en open landschap. De overstap naar duurzame energie hoort die randvoorwaarden te respecteren, in het belang van huidige en toekomstige generaties.
In dat evenwicht past geen gemeentelijke visie op duurzaamheid die zich eendimensionaal beperkt tot energie, binnen de grenzen van de stad, met torenhoge ambities voor windturbines zonder te kijken naar alternatieven – op zee bijvoorbeeld. Een verbrokkelde bouw van hoge windturbines dicht op woonkernen en middenin het schaarse open landschap rond de stad leidt echter tot schade voor duizenden bewoners en voor de beschermde diersoorten die de omgeving van Amsterdam zo bijzonder maken.
Hieronder wordt ingegaan op de risico’s van windturbines voor het uitgestrekte natuurgebied IJmeer.
Het IJmeer, een paradijs voor watervogels
Het IJmeer is sinds 2004 een speciale beschermingszone onder de EU Habitat-richtlijn. Het is deel van het IJsselmeergebied dat belangrijk is voor heel Europa, samen met het Markermeer en tot aan de kustzone Muiden. Het is het leefgebied van vele duizenden beschermde vogels die er het hele jaar door te zien zijn. Het IJmeer ligt op een trekvogelroute en is een overwinteringsgebied en een rustplaats voor trekvogels.
In de ondiepe delen van het IJmeer groeien kranswieren die in de zomer en de herfst een belangrijke voedselbron voor vogels zijn. Het is de grootste oppervlakte van deze wieren in ons land.
Het Markermeer/IJmeer is onder meer van belang voor:
- – Visetende watervogels: de fuut, de aalscholver, het nonnetje, de visdief, de grote zaagbek, de dwergmeeuw, en de zwarte stern.
- Mosseletende watervogels: kuifeend, tafeleend, topper.
- Waterplantenetende watervogels: krooneend, meerkoet, tafeleend.
Aalscholvers komen vanuit hun broedkolonies in het Naardermeer en de Lepelaarplassen naar het IJmeer om voedsel te zoeken. Ook de Zwarte Stern is hier in de nazomer te zien, verspreid over het open water. In het winterseizoen foerageren Tafeleend, Kuifeend en Toppereend ’s nachts op driehoeksmossels, die verspreid in het gebied voorkomen; overdag worden beschutte rustplaatsen opgezocht zoals Pampushaven, tussen Marken en Durgerdam, in de zuidoosthoek of in het Markermeer. Ook de Brilduiker foerageert op de mosselbanken in het gebied.
Bij westenwind komen er duizenden vogels beschutting zoeken en fourageren in het ondiepe water bij IJburg. Dit is enkele honderden meters buiten het officieel beschermde gebied, en precies op de plek waar de gemeente Amsterdam overweegt windturbines te plaatsen. De plannen van de gemeente Amsterdam gaan uit van plaatsing van hoge windturbines bij IJburg, middenin het voedselrijke ondiepe water dat het leefgebied van al deze watervogels is, en middenin de vogeltrekroute. De website van de gemeente meldt – om kritiek voor te zijn? – dat de turbines tijdens de vogeltrek kunnen worden stilgezet. De gemeente ziet daarbij over het hoofd dat duizenden trekvogels in dit gebied neerstrijken voor hun overwintering en hier dus maandenlang verblijven. De turbines zouden zo vaak stil moeten staan dat ze niet langer rendabel zouden zijn.
Onderzoek laat zien dat vogels niet of nauwelijks kunnen wennen aan windturbines. De schade zou daarom elk jaar opnieuw even ernstig worden. Daar komt nog bij dat hoe hoger de windturbines zijn, hoe ernstiger de verstoring van het leefgebied van vogels.
Vleermuizen

Het IJmeer is samen met de groene zones eromheen een belangrijk leefgebied voor de meervleermuis, een soort waarvan de aantallen al jaren afnemen. In Nederland leeft 5 à 10% van de wereldpopulatie van de meervleermuis. Ons land heeft daarom een bijzondere verantwoordelijkheid voor de instandhouding. Met name de vrouwtjes meervleermuizen migreren. Ze volgen dan de waterwegen en de kust van het IJsselmeer, de Noordzee en de Waddenzee. Botsingen met windenergieturbines horen tot de belangrijkste oorzaken van vleermuissterfte. Ook zijn vleermuizen erg gevoelig voor de grillige luchtdrukwisselingen die aan de uiteinden en achterzijde van de wieken van windturbines optreden. Die richten gemakkelijk fatale schade aan in hun longen. Windturbines horen daarom niet thuis in hun leefgebieden.
Het risico van windturbines voor vogels
Hoeveel vogels door windturbines gedood worden is moeilijk te meten. Dode vogels worden vaak al snel door andere dieren meegenomen.
De gemeente Amsterdam stelt ons graag gerust: “Het aantal botsingen tussen vogels en windturbines valt mee, als je dit vergelijkt met bijvoorbeeld de gevolgen van het verkeer.“
Zo’n vergelijking is misleidend en onzinnig. In 2019 waren er bijna 13 miljoen geregistreerde voertuigen in ons land, een veelvoud van de tweeduizend windturbines in datzelfde jaar.
Er is wel degelijk reden voor grote bezorgdheid over de snelle groei van het aantal windturbines. In Nederland gaat de overheid op dit moment uit van 1 procent extra sterfte per jaar door windturbines, bovenop de natuurlijke sterfte. Dat lijkt weinig, maar volgens nieuw onderzoek (2020) van de Universiteit Wageningen kan daardoor het aantal vogels in 10 jaar tijd al met bijna een kwart teruglopen, afhankelijk van de soort. Volgens dit onderzoek is deze schatting van de extra sterfte nog veel te laag. Als er in hoog tempo meer windturbines komen zullen er ook meer vogels sterven. Bij een groei van de extra sterfte van 1 naar 5% per jaar betekent dit een dramatische aanslag op de vogelpopulaties. Dat kan per soort variëren van 9% tot zelfs 77% minder na 10 jaar.
Geen windturbines in en rond het IJmeer
Windmolens horen uit voorzorg niet geplaatst te worden in of nabij de belangrijkste leefgebieden van diersoorten die erdoor bedreigd worden. Het gaat hier wat de vogels betreft om Natura 2000-gebieden en de zones ertussen, migratieroutes, weidevogelgebieden en alle andere belangrijke vogelgebieden.
De Vogelbescherming wijst daarom samen met alle natuurorganisaties het IJmeer en het grotere IIsselmeergebied als zoekgebieden voor windturbines af. In hun reacties op de Regionale Energie Strategie noemen Landschap Noordholland, Natuurmonumenten en anderen specifiek het IJmeer en het nieuwe Buiteneiland als ongewenst zoekgebied, vanwege hun natuurcompensatiewaarde voor eerdere bebouwing en vanwege het grote belang van dit gebied voor duizenden vogels. Omdat de visie van natuurorganisaties niet of nauwelijks tot de gemeente lijkt door te dringen herhaalde Natuurmonumenten in december jl. nogmaals deze heldere boodschap: Amsterdam, plaats windmolens op de juiste plek, en niet in het IJmeer. Een groen en progressief gemeentebestuur kan en mag dit niet naast zich neerleggen.
De bouw van enkele grote windturbines in het gebied in en rond het IJmeer zou grote schade opleveren voor beschermde diersoorten. Om die reden is plaatsing van windturbines in dit gebied vanuit het oogpunt van natuurbescherming onaanvaardbaar.
Windturbines leveren geen duurzame energie als ze de biodiversiteit aantasten.
Bronnen:
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2019/14/aantal-wegvoertuigen-blijft-stijgen
https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/36/aantal-en-vermogen-van-windturbines-per-res-regio
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/ece3.6360?af=R
http://www.batweter.nl/attachments/article/4/2012_Haarsma_De%20meervleermuis%20in%20Nederland.pdf
https://www.natura2000.nl/gebieden/flevoland/markermeer-ijmeer